Dat blijkt uit onderzoek van econoom Ben Vollaard van de universiteit van
Tilburg.
Sinds 1998 is de startonderbreker verplicht bij nieuwe auto’s. Hierdoor kun je
in een auto niet wegrijden, zonder dat de sleutel in het contact zit.
Simpele autodiefstallen zijn hierdoor vrijwel verdwenen, aldus Vollaard.
Maar ook bij de professionele diefstal van duurdere modellen is een
duidelijke daling waarneembaar.
Het effect van de startonderbreker is het grootst bij goedkopere auto’s uit
het A- en B-segment, zoals de Renault Twingo en de Honda Civic. In deze
categorie daalde het aantal autodiefstallen met liefst 70 procent. Voor
duurdere auto’s, vooral uit het E-segement (Mercedes E-Klasse, BMW 5-serie)
is de daling van het diestalrisico minder groot geweest, te weten 20 procent.
Minder autodiefstallen
Volgens Vollaard kost de installatie van een startonderbreker ongeveer 50 euro
per auto. Om één diefstal te voorkomen moet naar schatting bij zo’n 30
auto’s een startonderbreker geïnstalleerd zijn. Deze prijs van 1.500 euro is
echter duidelijk lager dan de baten van het voorkomen van de diefstal.
"Het is in dit geval lonend dat de overheid heeft ingegrepen met een
maatregel. Het enige dat autobezitters moeten doen om te zorgen dat dit
effectief is, is de sleutel uit het contact halen. Dat lukt meestal wel",
aldus Vollaard tegenover economenplatform Me Judice
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) registreerde in 2005 nog 20.525
diefstallen van personenauto's . In 2011 was dit gedaald tot 13.390
diefstallen.
Lees ook op Z24.nl:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl